Minister Koen Geens houdt bewust informatie achter: Verboden wapens in gevangenisafdeling van zware terroristen

bron: De Tijd
door: Redactie
Afbeelding bron: Photonews
Het ministerie van Justitie zou bewust informatie hebben achtergehouden voor het parlement. Dat meldt De Tijd. De informatie gaat over info over opgesloten terroristen en radicalisering in de Belgische gevangenissen.

Het kabinet van minister Koen Geens heeft in een antwoord op een vraag van senator Jean-Jacques De Gucht (Open VLD) bewust informatie achtergehouden. De Tijd bemachtigde een document waarin de ruwe antwoorden op de vragen stonden. Zinnen als 'er werd reeds contact vastgesteld tussen in België opgesloten terroristen en in Syrië verblijvende Belgische foreign terrorist fighters' werden zeer bewust weggelaten.

De Gucht had gevraagd of opgesloten terroristen nog contact konden houden met andere terroristen. "De staatsveiligheid en het gevangeniswezen zijn zich bewust van het circuleren van smartphones in de gevangenissen. Als ze gedetecteerd worden, worden ze ter beschikking gehouden van de politie en inlichtingendiensten", luidde het officiële antwoord.

Uit gelekte informatie blijkt nu dat via smartphones versleutelde berichten verstuurd worden via apps zoals Whatsapp. Zo wil men contact onderhouden met extremistische, criminele en terroristische milieus. Er zouden ook verboden wapens in omloop zijn in de gevangenissen, zelfs in de afdeling van de zware terorristen.

De Gucht reageert: "Het is verbijsterend om vast te stellen dat de mensen die we voor terrorisme opsluiten vanuit de gevangenis contacten hebben met strijders in terreurgebieden. Ik kan daar heel moeilijk bij. Het is ook speciaal om vast te stellen dat zulke zaken weggelaten worden uit de antwoorden die ik van de minister kreeg, terwijl het een fundamenteel recht is van een parlementslid om vragen te stellen."

Geens ontkent alle aantijgingen. "Het enige geldige antwoord op een schriftelijke vraag is het definitieve antwoord dat de minister ondertekent. Dat is ook de enige versie die de minister nakijkt. Het gaat jaarlijks om zo’n 1.50 parlementaire vragen. Het spreekt voor zich dat de beleidscel na de input van de diensten om tal van redenen soms nog aanpassingen doet.”