Zeer ernstig racisme streng bestraft door rechter

door: MRO
Afbeelding bron: Google streetview
De Leuvense strafrechter heeft op 15 juni 2020 uitspraak gedaan over ernstige feiten van racisme die zich afspeelden in Aarschot. De drie beklaagden werden veroordeeld tot effectieve gevangenisstraffen tussen 9 maanden en 1 jaar plus een geldboete van 400 euro.

Op 26 augustus 2018 werd L.A.E., toen 15 jaar oud, door J.V.E. op de sporen geduwd in het station van Aarschot. Het ging om erg schokkend en zinloos geweld. Een ogenschijnlijk banale woordenwisseling liep volledig uit de hand.

De betrokken personen scholden over en weer, en op zeker moment werd L.A.E. vastgegrepen en op de treinsporen geduwd. Er volgde een serieus gevecht. Op dat moment was er een trein vanuit Luik op komst. Gelukkig slaagden werknemers van de NMBS erin om die trein op tijd te laten stoppen. 

De feiten wezen op een duidelijk racistisch motief. Videobeelden bevestigden het racistische karakter van bepaalde uitspraken. “Pas u aan, ga naar uw land. Je ziet eruit alsof je kanker hebt”, kreeg L.A.E. te horen van één van zijn belagers. De verwensingen leidden tot gescheld langs beide kanten. 

Posttraumatische stress 

Na het ernstige incident in het station van Aarschot ging slachtoffer L.A.E. lang niet meer naar school. De ervaringen bleven hem achtervolgen, en de jongen ging in behandeling voor posttraumatische stress. 

Hij had ook last van angsten, slaapstoornissen, stemmingswisselingen en gevoelens van boosheid. De jongen werd wantrouwiger en kampte met verdriet als gevolg van de feiten. De rechter vonniste dat hij een schadevergoeding van 10.000 euro moet krijgen. 

Unia stelde zich in deze zaak burgerlijke partij naast de slachtoffers. "Wij zijn tevreden over de uitspraak van de rechter”, reageert Els Keytsman, directeur van Unia.

“Zeker in het licht van de strijd tegen racisme, die meer dan ooit actueel is. De politiezone Aarschot en het parket van Leuven verdienen een pluim voor hun aanpak van deze ernstige feiten. Zij hadden aandacht voor het bestaan van een haatmotief en behandelden het dossier niet als een zaak van zinloos geweld.”